5 tips om met jouw NGO impact te maken op social media
Een vraag die wij vaak krijgen is ‘Hoe maak ik impact met mijn social media?’ Wij zien dat veel non-profit organisaties worstelen met een gebrek aan tijd en geld. Dus wat kun je doen om, soms met beperkte middelen, zoveel mogelijk resultaat te halen uit je social media? Wij delen 5 concrete tips waar je met jouw non-profit organisatie meteen mee aan de slag kunt.
De kracht van online impact maken
Impact maken wil zeggen dat je invloed wilt uitoefenen op iets of iemand en daarmee een positieve verandering wilt stimuleren op de lange termijn. Bij non-profit organisaties werkt dit vaak twee kanten op: enerzijds is het doel om met de organisatie impact te maken op maatschappelijke problemen, anderzijds om impact te maken op de doelgroep en deze ervan te overtuigen om bijvoorbeeld donateur te worden of een petitie te ondertekenen. Social media lenen zich hier uitstekend voor. Mits je ze goed inzet natuurlijk!
Tip 1: Definieer impact en maak het meetbaar
Impact maken is een breed begrip. Het is daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat in jouw organisatie wordt gezien als impact maken. Is dit zoveel mogelijk mensen bereiken met jouw boodschap? Is het een stijging in maandelijkse donaties, ondertekende petities, het aantal donateurs of het aantal vrijwilligers? Zodra je bepaald hebt wat impact voor jullie is en wat het doel is waar je naartoe wilt werken, is het belangrijk om door middel van een nulmeting inzichtelijk te hebben waar je nu staat en wat je moet doen. Is een betrokken community belangrijk voor jouw non-profit? Houd dan bij hoeveel interacties er op dit moment op je posts binnenkomen en wat het sentiment is van de reacties. Doe dit over een maand, een half jaar en een jaar nog eens. Wat is er veranderd? Door maandelijks te analyseren wat werkt en wat niet, kun je je contentkalender aanpassen om zoveel mogelijk resultaat te behalen.
Tip 2: Bepaal wie jouw doelgroep is en waar deze aanwezig is
Voordat je begint is het belangrijk om de doelgroep goed in beeld te hebben. Wat is de leeftijd, waar komen deze mensen vandaan, wat beweegt ze en hoe kunnen zij worden aangezet tot actie? Zodra je weet wat de mogelijke factoren zijn die jouw doelgroep kunnen overtuigen om bijvoorbeeld donateur of vrijwilliger te worden, kun je hierop inspelen met de content die je plaatst. Tip: Chat GPT kan je helpen met het ontwikkelen van een persona. Het is niet waterdicht, maar het kan je zeker op ideeën brengen waar je zelf misschien nog niet aan gedacht had. Als je jouw doelgroep hebt bepaald, is het belangrijk om te kijken waar deze mensen online aanwezig zijn. Het kiezen van de juiste kanalen is een cruciale stap in de contentstrategie van jouw non-profit organisatie. Wil je een jonge doelgroep bereiken? Dan is Facebook niet de beste keuze. Richt je dan liever op Instagram of TikTok. Het is niet nodig om op alle kanalen aanwezig te zijn: kies alleen voor de kanalen waar jouw doelgroep te vinden is.
Tip 3: Vertel een verhaal
Niemand zit te wachten op een continue sales-pitch of een stoffig verhaal. Social media moeten leuk zijn. Het is een combinatie van de doelgroep informeren én entertainen. Richt je met jouw content op jullie corporate story in het heden, verleden en de toekomst. Wie ben je en waarom doe je wat je doet? Waar kom je vandaan en hoe ben je zo geworden? En wat is jullie uiteindelijke doel? Door dit op een leuke manier te brengen, zul je jouw doelgroep aan je binden. Een veelgemaakte fout die we zien is dat organisaties overal aanwezig willen zijn, maar niet de tijd hebben om per kanaal content op maat te maken. Het wordt dan verleidelijk om hetzelfde bericht door te plaatsen op alle kanalen. We adviseren je om dit niet te doen. Mensen scrollen namelijk met een ander doel op LinkedIn dan dat ze dit doen op Instagram. Voldoet een post niet aan de verwachtingen? Dan zijn ze zo weer doorgescrold en ben je hun aandacht kwijt.
Tip 4: Hoe vaak moet je posten?
Elke dag? Eens per week? Het kan lastig zijn om te weten waar je goed aan doet om het maximale resultaat te halen. Het grote voordeel van social media kanalen is dat ze gratis te gebruiken zijn. Maar het blijven verdienmodellen. De huidige algoritmes van social media kanalen zijn erop ingesteld dat ze voorrang geven aan de berichten van vrienden op die van bedrijven. Het is zonde als je veel tijd en moeite steekt in het maken van een goed bericht als dit vervolgens door slechts een handjevol mensen wordt gezien. Zeker als je tijd en middelen beperkt zijn. Ons advies is dan ook: ga liever voor één goed bericht per week en zet hier een klein beetje promotiebudget achter, dan dat je veel tijd (en dus geld) steekt in het maken van meerdere berichten per week. Zo hoef je maar één bericht te maken én ben je meerdere dagen zichtbaar onder je doelgroep. Wist je dat je met een tientje advertentiebudget een heel eind kunt komen?
Tip 5: Plan vooruit
Denk altijd na over het doel van je post: is dit relevant voor mijn doelgroep of ga ik
posten om het posten? Als je ja zei op dat laatste, raden we je aan om het bericht niet te plaatsen. De kans is dan namelijk groot dat dit op de lange termijn niet zoveel zal bijdragen aan het grote doel: impact maken. Plan daarom je berichten
vooruit! Zo heb je een duidelijk overzicht van het grote plaatje en zie je wat er nog
mist in je verhaal. Geef jezelf ook de ruimte om als het nodig is, in te haken op actualiteiten. Dat gaat je een hoop tijd en stress schelen! Voor het inplannen van berichten kun je bij Facebook en Instagram gebruik maken van de gratis tool die Meta aanbiedt. Ga hiervoor naar de Business Suite van jouw pagina en klik op inhoud. Hier kun je berichten inplannen, maar ook concepten opslaan. Handig voor als je nog niet precies weet wanneer je het wilt plaatsen.
Dit artikel is geschreven door Brenda. Vind je dit een leuk artikel en wil je eens sparren? Brenda denkt graag met je mee. Bel haar op 071-302 00 77 of stuur een mailtje naar info@olifantmedia.nl.
Bekijk ook
Zorg voor meer aanmeldingen voor je open dag met een Facebook event
Online marketing tips voor scholen: trek de beste omscholers aan voor het docentschap
